- question
- n. vraag; vraagstelling; probleem; vraagteken; kwestie--------v. ondervragen; betwijfelen; vragenquestion1[ kwestsjn]I 〈telbaar zelfstandig naamwoord〉1 vraag2 vraagstuk ⇒ probleem, kwestie3 stemming♦voorbeelden:1 a leading question • een suggestieve vraag〈spreekwoord〉 ask no questions and be told no lies • vraag mij niet, dan lieg ik nietyou should obey your father without question • je moet je vader zonder meer gehoorzamen2 it is only a question of money • het is alleen een kwestie van geldthe man in question • de man in kwestie/over wie we het hebbenthat is out of the question • er is geen sprake van, daar komt niets van inthat is not the question • daar gaat het niet omthe question is … • waar het om gaat is …3 put the question • tot stemming overgaan¶ beg the question • het punt in kwestie als bewezen aanvaardenthat is begging the question • 〈informeel〉dat is moeilijkheden ontlopen; 〈in het bijzonder〉dat is een vraag met een wedervraag beantwoorden〈informeel〉 pop the question (to her) • (haar) ten huwelijk vragenII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉1 twijfel ⇒ onzekerheid, bezwaar♦voorbeelden:1 call something into question • iets in twijfel trekkenthere's no question about his credentials • zijn geloofsbrieven zijn betrouwbaarbeyond (all)/without question • ongetwijfeld, stellig, buiten kijf————————question2〈werkwoord〉1 vragen ⇒ ondervragen, uithoren2 onderzoeken3 betwijfelen ⇒ zich afvragen♦voorbeelden:1 question someone about/on his plans • iemand over zijn plannen ondervragen3 I question whether/if … • ik betwijfel het of …
English-Dutch dictionary. 2013.